de weg van de salsa muziek van Cuba naar New York
Als docent van de cursus Basisvaardigheden Salsadocent van de SON (Stichting Salsa Onderwijs Nederland) doet Soeshiel Sharma (bekend van Masalsa) de geschiedenis van de Salsa Muziek uit de doeken. Een samenvatting daarvan wil ik jullie niet onthouden.Hij verklaart duidelijk het verschil tussen Salsa en Mambo in de muziek, ook in de dans is er een groot verschil tussen de twee (je danst immers op de muziek, als de muziek anders is zal ook de dans anders zijn).
Mambo wordt op de 2e tel van de muziek gedanst, ook hierin zijn weer verschillende variaties (NY 2, Eddie Torres 2, Mambo), Salsa op de 1e tel. Intuïtief zal iemand op de 1e tel van de muziek dansen, het on2 dansen is aangeleerd, en is het grootst in New York.
Vooral in de 50-er jaren was de Mambo heel populair in New York, daar is een prachtige film over gemaakt: Mambo Kings, met Armand Assante en Antonio Banderas, en Live optredens van onder andere Tito Puente en Celia Cruz. Zelf heb ik in deze film mee mogen dansen en zelfs Armand Assante mogen laten zien hoe je Mambo danst! Wat een eer!
Maar nu….. het woord aan Soeshiel!
Beknopte Geschiedenis van de Salsa (muziek) door Soeshiel Sharma
‘De dansleraar is de brug tussen de muziek en de dans.’
‘Conga is the heartbeat of Salsa’
Dit stukje geschiedenis belicht alleen de lijn Cuba/New York, en laat andere belangrijke gebieden, zoals Colombia, Venezuela en Puerto Rico buiten beschouwing.
1492 Columbus komt aan op Hispaniola (het eiland dat tegenwoordig bekend staat als Haïti/Dominicaanse Republiek)
1509 Diego Velázquez komt aan op Cuba. De inheemse bevolking, de ‘Indios’ konden slecht tegen de ziekten die de blanken meenamen, en stierven. Er ontstond grote behoefte aan sterke werklui en hiervoor werden de zwarten uit Afrika geronseld, die via Kaapverdië naar Curacao (‘Corazon=hart van de Cariben) werden vervoerd om daar als slaaf te worden verhandeld. (Anecdote: de ‘goede’ werden verhandeld, de ‘mindere’ bleven achter, zo ontstonden de Antillianen).
Deze slaven konden niets meenemen uit hun geboorteland, behalve hun ‘ziel’: hun muziek, geloof, cultuur. Afro staat voor African Roots.
Als je de religies van de verschillende Latijns Amerikaanse landen bekijkt, vertonen die dan ook grote overeenkomsten, hoewel elk land natuurlijk zijn eigen ontwikkeling heeft doorgemaakt: De Candombe uit Brazilië, de Yoruba uit Cuba en de Winti uit Suriname zijn in de grond hetzelfde.
1896 Jose Marti (naar wie het vliegveld op Cuba is genoemd) zorgde voor afschaffing slavernij.
Hierna ontstond voor het eerst de Mulata, de mix van zwart en spaans.
Ook was er voor het eerst de mogelijkheid om ‘gemengd’ te musiceren.
In het zuiden, op het platteland van Oriente (Santiago de Cuba, Camaguey) ontstond een mix van Europese stijl met veel melodie en Afrikaanse stijl met veel ritme, de Son Cubano.
In Cuba is 65% van de bevolking Katholiek, en 35% aanhanger van de Yoruba. Hierdoor zijn er nu nog steeds verschillen in de muziek, maar niet door de afkomst. (Yoruba kent vele goden, kraaltjesarmbanden geven aan welke god de drager aanbidt).
Son Cubano werd rond 1930/1940 heel populair en bereikt Havana (waar in die tijd de rijke Amerikanen vakantie vierden, hier was alles en kon alles). Op deze manier komen de Amerikanen in aanraking met Son. Hierdoor besloten een aantal Cubanen ook in de VS hun geluk te gaan beproeven met hun muziek.
Het was de tijd van de Big Bands (zoals Glen Miller, Count Basie) en in eerste instantie sloeg hun muziek helaas niet aan. Het duurde enige tijd tot de Cubanen zich wilde aanpassen aan de trend van dat moment, maar met het ontstaan van Cubaanse Big Bands als die van Machito, Perez Prado en later Tito Puente werd de Cubaanse muziek enorm populair.
In de jaren 50/60 was de tijd van de Big Bands over en werden kleinere bands gevormd (Conjunto’s, met maximaal 4 blazers), deze speelden Mambo, en waren heel populair in New York (the place to be).
In die tijd was er 1 Cubaan die baanbrekend werk deed: Desi Arnaz. Hij zorgde ervoor dat een Cubaanse dansshow op Amerikaanse nationale televisie kwam. Hierdoor kreeg de Cubaanse Muziek en Dans landelijke bekendheid, en werd in de gehele VS populair.
Half 60-er jaren deden de Beatles hun intrede en daar moest alles voor wijken. Het was bijna de doodsteek voor de Mambo en de Conjuntos.
Eind jaren 60 kwamen een Italiaans advocaat, Jerry Masucci, en een Dominicaanse fluitist, Johnny Pacheco, bij elkaar. Zij waren het er over eens dat de Latin muziek nieuw leven ingeblazen moest worden en richtten het platenlabel Fania Records op.
Ze wilden een nieuwe sound ontwikkelen in New York, gebruik makend van de daar aanwezige muziekstromingen, zoals Jazz, Pop, Klassiek en meer. Ze namen platen op met de beste studiomuzikanten, en verkochten de LPs vanuit de kofferbak in de armere wijken van New York. Deze muziek noemden ze Salsa.
Na anderhalf jaar was de muziek zo populair dat er een band moest komen zodat er ook live optredens konden plaatsvinden. Fania recruteerde de beste muzikanten die ze kenden, zoals bijvoorbeeld, Ray Barreto (Conga), Nicky Marrero(Timbales), Willie Colón, Roberto Roena, Larry Harlow, Celia Cruz, Cheo Feliciano en Hector Lavoe en vele anderen, deze band noemden ze Fania All Stars.
Na 1 jaar optreden speelden ze al voor een uitverkocht Yankee Stadium, in 1974 speelden ze tijdens de bokswedstrijd Muhammed Ali- George Foreman, en in 1976 traden ze op in Den Haag.
Deze muziek noemen we Salsa Dura, de teksten gaan over alledaagse problemen en gebeurtenissen. Het succes duurde tot begin jaren ’80.
Salsa Dura werd gevolgd door Salsa Romantica (bv Eddie Santiago, La Palabra, Frankie Ruiz, La India, Tito Nieves, Tito Rojas, Gilberto Santa Rosa en Jerry Rivera). Salsa Romantica werd enorm gepushed door RMM, het platenlabel van Ralph Mercado. Voor het eerst werden producten commercieel ‘bedacht’: Orquesta de la Luz uit Japan.
Hierop volgde eind jaren ’80 de Salsa Erotica, met nietszeggende teksten.
Eind jaren ’90 deden werden ook andere muziekstromingen populair, zoals Bachata en Reggaeton, die de spotlight een beetje van de Salsa wegnamen.
in Cuba kreeg men weinig mee van alle ontwikkelingen in New York, vanwege de censuur. Daar ontwikkelde de Son Cubano zich in een eigen lijn en ontstonden vele nieuwe ritmes zoals Timba, Guajira, ChaCha, Descarga en meer.